Behandeling

Risico’s en complicaties

Risico’s en complicaties

Ook een orthodontische behandeling brengt risico’s met zich mee. Deze vallen over het algemeen erg mee en mocht er een complicatie optreden dan zijn de gevolgen over het algemeen klein. Toch moet over deze risico’s wel worden nagedacht voordat het besluit valt om aan de behandeling te beginnen. Hieronder lees je wat er allemaal tijdens de behandeling kan gebeuren.

Na het plaatsen of bijstellen van de beugel zijn de tanden en kiezen meestal enige dagen gevoelig met name bij het kauwen. De één heeft hier wat meer last van dan de ander. Meestal gaan de tanden en kiezen ook een beetje los zitten, dit is normaal. Als je net een beugel hebt, kun je tijdelijk wat gaan slissen. Ook kan het zijn dat de beugel ergens op het tandvlees, de tong, de mondbodem of de wangen drukt. Dit kan de orthodontist eenvoudig verhelpen. De meeste van deze problemen gaan overigens meestal na een paar dagen vanzelf over.

Bij onvoldoende of onzorgvuldig poetsen en bij gebruik van (veel) suiker, kunnen gaatjes ontstaan in de tanden (cariës), verkleuringen van het tandglazuur (ontkalkingen), witte vlekjes en ontstekingen van het tandvlees (gingivitis). Deze problemen kunnen ook zonder een beugelbehandeling optreden, maar als er beugels in de mond zitten, zijn deze risico’s groter.

Als het tandvlees al voor de behandeling ontstoken is (gingivitis of parodontitis), kan de ontsteking verergeren. Meestal wordt de behandeling dan uitgesteld tot het tandvlees door een betere mondhygiëne weer gezond is.

Door een beugelbehandeling kunnen de wortels van tanden en kiezen korter worden door wortelresorptie. Meestal gebeurt dit maar een klein beetje, maar bij sommigen kan er na de behandeling een flink deel van één of meer wortels zijn opgelost. Dit geeft over het algemeen geen problemen, maar het is duidelijk dat zo’n tand of kies toch verzwakt kan zijn. Soms gaat zo’n tand of kies loszitten of gaat in het ergste geval verloren, dit gebeurt echter bijna nooit. Om te voorkomen dat dit gebeurt, wordt er meestal zes tot negen maanden na aanvang van de behandeling een röntgenfoto gemaakt om te controleren dat er geen schade aan de wortels optreedt.

Een tand of kies kan vergroeid zijn met het kaakbot (ankylose) of tijdens de behandeling hiermee vergroeid raken. Als dit het geval is, dan is het niet mogelijk die tand of kies met een beugel te verplaatsen. Dit orthodontist vertelt dit direct als hij dit vaststelt. Dit komt gelukkig echter zelden voor.

Na afloop van een beugelbehandeling kunnen tanden en kiezen weer verschuiven. Dit is een normaal verschijnsel. Om dit te beperken, wordt aan het einde van de behandeling vaak een uitneembare beugel gemaakt en altijd een draadje achter de tanden geplakt (spalkje). Ondanks deze extra voorzieningen kunnen er toch verschuivingen voorkomen. Ook naarmate men ouder wordt kan de positie van tanden of kiezen veranderen. Hiervoor zijn verschillende oorzaken te noemen, zoals mondademhaling, het persen van de tong tussen de tanden en een verdere groei van het gebit of de kaken. Deze zaken zijn moeilijk van tevoren te voorspellen. Als hierdoor het gebit weer zo scheef gaat staan dat dit onacceptabel is, kan opnieuw een beugelbehandeling overwogen worden.

We hebben inmiddels meer dan 20.000 patiënten tot volle tevredenheid behandeld. We zijn de eerste en enige orthodontist in Nederland die sinds 2022 maar liefst 5 jaar volledige garantie geeft op het eindresultaat. Mocht er binnen deze periode een terugval zijn naar de oude situatie dan wordt dit gratis opgelost. ** (zie voorwaarden)

Heel soms ontstaan er tijdens de orthodontische behandeling kaakgewrichtsklachten. Men neemt aan dat de beugelbehandeling hier niet de oorzaak van is. Dit soort klachten kunnen tal van oorzaken hebben en kunnen ook optreden zonder dat er een beugel geplaatst is. Kaakgewrichtsklachten gaan meestal na enige tijd vanzelf weer over.

Van een tand of kies die ooit beschadigd is geweest, waar je ooit op gevallen bent of waarin een grote vulling is gemaakt, kan de zenuw beschadigd zijn. Dit kan aanleiding zijn tot een verkleuring van zo’n tand of kies of tot pijnklachten. Soms komt dit tijdens de beugelbehandeling aan het licht. Er moet dan aan de bewuste tand of kies door de tandarts een wortelkanaal- ofwel zenuwbehandeling worden uitgevoerd. De beugel kan gewoon blijven zitten.

Delen van een beugel kunnen per ongeluk worden ingeslikt of in de luchtpijp terechtkomen. Ook kan de beugel het slijmvlies van de mond irriteren of beschadigen. Soms blijkt iemand allergisch voor het metaal of plastic van de beugel wat afwijkingen aan de huid en/of slijmvlies kan veroorzaken. Als dit het geval is, moet er soms voor een andere beugel worden gekozen of moet de behandeling in uitzonderlijke gevallen zelfs gestopt worden.

Door de buitenbeugel uit te doen zonder eerst het elastiek los te maken, kan deze ‘terugschieten’ en het gezicht of de ogen verwonden. Dit kan ook gebeuren als iemand aan de beugel trekt terwijl het elastiek nog vast zit. Wees dus voorzichtig met het in- en uitdoen en het dragen van de buitenbeugel!

Bij het gebruik van transparante of tandkleurige brackets is er een grotere kans op het kapotgaan van de brackets. Ook is er een grotere kans op beschadiging van het tandglazuur bij de verwijdering van zulke brackets. Daarom gebruiken wij deze brackets alleen bij kortdurende en eenvoudige behandelingen. Op verzoek gebruiken we deze brackets ook voor de zes voorste boventanden, omdat die het meest opvallen bij lachen en spreken.

Soms zijn bij een beugelbehandeling andere tandheelkundige ingrepen nodig, zoals het trekken van tanden of kiezen of operatieve ingrepen. De risico’s van deze behandeling bespreek je het beste met zowel de orthodontist als de tandarts of kaakchirurg.

De groei van het gebit en de kaken zijn bij start van een beugelbehandeling niet altijd even nauwkeurig te voorspellen. Soms moet de behandeling worden bijgesteld als de groei niet volgens verwachting verloopt. Soms kan een kaakchirurgische correctie van de stand van de kaken noodzakelijk zijn om tot het beste resultaat te komen. Ook kunnen na de behandeling nog groeiveranderingen optreden die mogelijk opnieuw een behandeling noodzakelijk maken.

De totale behandelingstijd kan korter of langer zijn dan dat van tevoren was voorzien. Abnormale groei, vertraagde doorbraak van tanden of kiezen, minder dragen van de apparatuur dan was voorgeschreven, slechte mondhygiëne, een breuk of losraken van apparatuur en het niet nakomen van afspraken, kunnen de lengte van de behandeling verlengen en het eindresultaat negatief beïnvloeden.

Tanden en/of kiezen verschillen in grootte en in vorm. Daarom kan een aanvullende tandheelkundige behandeling noodzakelijk zijn om het eindresultaat van een beugelbehandeling nog mooier te maken. Hierbij kun je denken aan tandkleurige vullingen (composiet restauraties), aan kroon/brugwerk en een behandeling van het tandvlees. De orthodontist of tandarts kan u over deze behandelingen informeren.

Voordat de beugelbehandeling begint maar ook tijdens de behandeling, worden er röntgenfoto’s van de kaken, de schedel en van de tanden gemaakt. Röntgenstraling is in principe schadelijk voor het lichaam. Echter de stralingsdosis die voor orthodontische doeleinden wordt gebruikt, is zo gering dat hiervan geen nadelige gevolgen te verwachten zijn. Vertel de orthodontist wel als er recent röntgenfoto’s gemaakt zijn of als je zwanger bent.

Ziekten (groeistoornissen, hartafwijkingen, afwijkingen aan het bot, allergieën en dergelijke) kunnen van invloed zijn op het verloop van de beugelbehandeling. Daarom is het heel belangrijk de orthodontist in te lichten over je gezondheid en over eventuele veranderingen daarin.